“Kasteel Nijenhuis, net buiten Heino, is een plek die tot mijn verbeelding spreekt,” zegt Diny Heidenrijk als we met har op pad zijn. Dat doen we iedere week een keer, want Diny heeft altijd haar fototoestel bij zich en dan zie je veel meer om je heen.
Door Diny Heidenrijk
Als kind ging ik met mijn vader hier mee naar toe mos voor de kerststal halen uit het bos. Ook zochten we hier een paar gevorkte takken uit voor palmpaasstokken. Toen dacht ik nog dat er in elk kasteel echte prinsessen woonden…Tegenwoordig is dit kasteel als museum geopend voor publiek en is het in elk jaargetijde interessant om door de beeldentuin en het park rondom het kasteel te wandelen. Helaas is het momenteel gesloten i.v.m. het coronavirus…
We staan voor het nu gesloten hek voor het kasteel en kijken door de spijlen. Vandaag, vroeg in de lente, vallen meteen de grote magnolia bomen op. Ze zijn gehuld in een wolk van roze witte bloemen. In het gazon zie ik nog de groene bladsprieten van de talloze al uitgebloeide krokussen en de wat grijzige van de sneeuwklokjes. En daar langs het water van de slotgracht staan nu narcissen die ook al wat over het hoogtepunt heen zijn. Tja door de afgelopen zachte winter waren al deze bolgewassen er dit jaar vroeg bij.
Als je voor het kasteel langs loopt naar rechts kom je op een groot grasveld met diverse beelden en sculpturen. Vorig jaar maakte ik daar deze foto van de roze bloemen van de helmbloem. Een stinsenplant die ook wel holwortel wordt genoemd en het goed doet in de schaduw. Dat lukt hier zeker onder de kruin van de reusachtige tulpenboom. Ik moest natuurlijk even door de knieën en rook een lekkere geur waar ook veel bijen op af komen. Die zorgen voor bestuiving en dus voor de zaadvorming. De zaden van de helmbloem bezitten een soort aanhangsel dat mierenbroodje heet. De mieren zijn daar namelijk dol op, gaan ermee aan de haal en op hun beurt zorgen zij zo weer voor verspreiding van de zaadjes.
Er zijn roze, gele en witte helmbloemen en omdat ze van vochtige schaduwrijke plekken houden kom je ze ook in het bos verderop tegen maar dan in de witte variant. Ze hebben van die tere gevederde blaadjes en vallen dus op tussen de donkere stammen van de bomen. Sommige vlinders gebruiken de helmbloemen als waardplant en leggen er hun eitjes op.
Wij kunnen nu helaas niet wandelen in de beeldentuin en dus ‘trapp’n we ‘m weer an’ en fietsen verder.