Bussloo, Wythemerplas, de vijver bij Krieghuusbelten, omdat er zulk mooi wit zand in de grond zat, werden ze vroeger afgegraven. Om de stabiliteit onder een nieuwbouwwijk te verstevigen bijvoorbeeld. Of omdat er een nieuwe weg aangelegd moest worden. Ze laten mooie natuur achter als de klus geklaard is. Weet ook Sjaak Bruggeman, die ons deze week meeneemt naar nog zo’n afgraving.
Sjaak Bruggeman: “Onderweg naar Deventer zijn de loonwerkers alweer volop bezig. Er mag drijfmest worden uitgereden op alle grondsoorten. De mestkelders zitten bijna vol maar ook het weer en de lage grondwaterstanden werken mee. Hier en daar op de hoge gronden loopt zelfs al vee buiten. In de stad vallen de geplette kat en wat verloren dakpannen op de rotonde in het oog.
Zo, ik ben bij de dijk. Binnendijks word een fabriek ontmanteld. Alles word vakkundig gesorteerd. Grote bulten met roestvrij staal, puin, ijzer, klinkers en betonplaten zijn in de maak. Op de achtergrond staat op een ingesloten weitje tussen fabriek en dijk een hooischudder weg te roesten. En meer richting Postillion Hotel maken twee slechtvalken gevaarlijke rondjes rondom de zendmast.
Eenmaal op de dijk zie ik pal voor me een loopbrug die nergens heengaat. In eerste instantie best wel een stom gezicht. Een wandelaar met zo’n grote camera weet er het fijne wel van. Het diende eerder als toegang naar een drijvend ponton. Vroeger was hier een zandwinplas van zo’n 10 tot 15 meter diep, gemaakt voor de aanleg van de A1. Deze plas, ook wel Veenoordkolk heeft men nu met de naastliggende Teugse Kolk samengetrokken en verondiept. De ponton werd overbodig en het einde van de brug is een soort van observatieplek geworden.
Even loop ik met de natuurkenner mee. Sinds de werkzaamheden is de natuur hier weer tot leven gekomen. De normale waterdiepte is nu 2 tot 4 meter. Dat scheelt zo’n 10 meter. Het licht kan de bodem weer bereiken en de plas is nu leefbaar voor plant en dier. Ook is er een plas-dras- zone gemaakt. Meeuwen, steltlopers, eenden, futen, aalscholvers en visdieven vinden hier voldoende voedsel en rust. Onze fotograaf staat opnieuw stil en ziet tussen de grauwe ganzen op het eilandje een afwijkend exemplaar. “Dat moet een Ross Gans zijn, hij is iets kleiner en wat lichter van kleur” Het zal best, maar ik moet nu toch echt verder…”