Als je een tuin begint is het goed je te verdiepen hoe dat nou eigenlijk werkt, zo’n tuin. Want als je er een beetje kijk op hebt lukken de dingen nu eenmaal beter. Tuin Mysteries van Guy Barter is daarvoor een heel mooi ‘instap’-boek. De ondertitel vertelt waarom: zo werkt dat in jouw tuin.
Door Harrie Kiekebosch
Je leert in het boek je tuin ontdekken in vijf hoofdcategorieën. 1: Over zaden en planten; 2: over bloemen en vruchten; 3: onder de grond; 4: weer, klimaat en de seizoenen; en 5: in de tuin. Ik ben zelf wel een beetje een tuinkenner, maar ik stak er nog een hoop van op. Het gaf me een beetje dat Cruyffiaanse gevoel dat je de dingen pas zie als je ze snapt.
Je doet per thema echt leuke kennis op.
Welke zaadjes je bijvoorbeeld zelf kunt winnen en hoe die zich verspreiden, de geur van kruiden, waarom wilde planten het altijd beter lijken te doen, maar ook gerust hoe je toch in hemelsnaam zo’n grote boom uit zo’n klein zaadje kunt krijgen.
Hoe je planten kunt vermeerden en waarom ze zulke verschillende kleuren hebben, waarom bloemen ’s nachts dicht gaan maar sommigen ook juist weer niet en waarom er zoveel verschillende soorten bloemen zijn…
Ook over de bodem is veel te vertellen. Je ziet het niet, maar juist onder de grond gebeurt het: daar haalt alles wat boven de grond groeit zijn kracht vandaan.
Opofferen
De seizoenen zijn al even essentieel. Als je van de tuin houdt, zul je er over nagedacht hebben, maar het is goed je te beseffen dat de opofferingsgezindheid van de natuur groot is: ieder jaar sterft er heel veel af, alleen maar om nieuwe natuur in het voorjaar kans te geven verder te groeien. Meestal op de voedingstoffen van het in de winter afgestorvene. Als je je dat beseft laat je het wel je tuin voortaan winterklaar te maken.
Het thema ‘in de tuin’ gaat vooral over jouw werk in de tuin. Hoe je dat doet, wat je met spinnen en hun web moet (niets!); of je fruitbomen eigenlijk wel moet snoeien (dat doet de natuur toch ook niet?) en mooie vraag is ook: wie heeft die tuinkabouter uitgevonden 😉