Als je weet wat je allemaal zo maar uit de natuur kunt eten, dat is echt onvoorstelbaar. Brandnetels, dat weten we nog wel. Maar melde wordt al wat moeilijker, terwijl dat de wilde variant van spinazie is. Gooi een kruiwagen vol zwart zand op een hoop en de kans is groot dat het eerste groene blaadje melde is.
Wat dacht je van de teunisbloem? Of het blad van goudsbloem? Als je er een beetje lol in hebt, kun je de wekelijkse boodschappen behoorlijk verminderen!
Ooit is er een verdeling geweest in wat er kruid was en wat onkruid. Daar is geen enkele definitie voor bedacht, het was een monnik die bepaalde wat hij onkruid vond. Eigenlijk is het met groente net zo: ooit is bepaald wat we groente noemen en wat wer vervolgens geen groente zijn gaan vinden. Brandnetel is daar wel het beste voorbeeld van: dat wordt steevast weggescoffeld als er al geen gifspuit aan te pas komt. Maar brandnetel, daar maak je heerlijke soep van, lekkere stamppot, of thee. Hoe zonde is het dat allemaal niet te doen.
Maar ja, hoe kom je aan die kennis? Nou, daar is ene goed boek voor te koop. Eetbare wilden planten. Van Steffen Guido Fleischhauer en Jurgen Guthmann. Je kunt er meteen de natuur mee in, want het bloeiseizoen is in volle gang.