Als je de chemische stoffen H en O bij elkaar brengt, krijg je water. H2O om precies te zijn. Maar je krijgt ook energie. Daarom wordt er veel geëxperimenteerd met dat scheikundige proces. Bijvoorbeeld met het transport van de waterstof (de H).
Enexis, Stedin en Alliander (de bazen van de leidingen in de grond waarnu het gas nog doorheen gaat) zijn een proefproject gestart om het huidige gasnetwerk te testen op het transport van waterstofgas. Als dat lukt, worden er heel veel vliegen in een klap geslagen.
Laten we het rijtje eens langs gaan.
– De H en O uit elkaar halen (water splitsen dus), kost energie. Met wind en zon kan dat een permanent proces zijn, bijvoorbeeld ergens midden op de oceaan. Als je weet dat de zon per dag 8000 keer de energie levert die we op de hele aarde diezelfde dag opmaken, is dat geen probleem.
– Met grote schepen vervoer je dan de de waterstof. Dat is niet meer vervuilend, omdat die schepen op waterstof varen.
– De waterstof wordt afgeleverd bij de beginpunten van het gasnetwerk, precies zoals het nu met gas gaat.
– De H en O wordt weer bij elkaar gebracht op plekken waar energie nodig is en dat levert energie en schoon water op.
Industrie, huishoudens, vervoer, alles kan dus op waterstof. De infrastructuur is er al. Alleen aan het begin (de splitsing) en aan het eind (je hoogrendementsketel) moet er even iets aangepast worden.
Het lijkt dus heel simpel. Benieuwd wat de proef oplevert.