“Hé, hé, ik heb me de stad doorgeworsteld,” zucht Sjaak Bruggeman. “Vanaf nu geen rood of oranje licht meer. Hoewel zwaarbewolkt en donker, is het vanaf nu allemaal groen wat de klok slaat.” Sjaak heeft veel verstand van de natuur en daarom gaan we iedere week een keer met hem op stap. Daar steken we steevast veel van op.
Door Sjaak Bruggeman
Het is glad en modderig voor het hek, maar aan de andere kant is de kruin van de dijk bekleed met gras doorgroeide grastegels. Deze verharding is nodig voor controles, onderhoud en beheer van het dijklichaam en het loopt maar wat makkelijk.
Al wandelend zie ik links van me de kolken, ontstaan door dijkdoorbraken, en daarachter, helemaal teruggetrokken, ligt de regenrivier de Vecht. Het is een bijzonder kwetsbaar gebied waar de kievitsbloem voorkomt en dit is ook het leefgebied van een otterpaartje. Ik hoef ze niet zo nodig te zien, te verstoren, ga het gebied niet in. Dat wil ik niet en dat mag ook niet.
Al wandelend over de dijk is het gebied prima te beleven en dat is al hartstikke mooi. Aalscholvers laten hun verendek drogen en ganzen strijken neer op het water om te overnachten. De graslanden in dit buitendijkse gebied zijn pas nog gemaaid en het gras is, zo te zien aan de diepe trekkersporen, met moeite afgevoerd.
Rechts van me, binnendijks, komt de familie zwaan even uit het water. Even lekker met z’n zessen de honger stillen van het malse gras. Verder landinwaarts zie ik een loonwerker ploeteren om de laatste aardappelpercelen te rooien. En kijk, daar word zelfs nog gras gemaaid en aan zwillen geharkt. Klaar voor vervoer naar de grasdrogerij. Ik ben ook zover en ik trap ‘m ook aan. Snel de stad door en voor de spits weer huiswaarts…