Terwijl Staatsbosbeheer aankondigt parkeergeld te willen invoeren voor bezoekers van haar bossen, lees ik ‘de geheime band tussen mens en natuur’ van Peter Wohlleben. Daarin wordt het belang van bossen zo urgent omschreven, dat ik het hoe dan ook een goede zaak vindt dat we als samenleving alles op alles moeten zetten goed met onze bossen en die van de rest van de wereld om te gaan.
Door Harrie Kiekebosch
Via parkeergeld bijvoorbeeld, of met veel meer belastinggeld. Gewoon omdat ons leven ervan afhangt. Zonder voldoende bos is er op deze planeet geen ruimte voor de mens. Wie daar nog aan twijfelt moet ‘de geheime band’ maar lezen. Maar ook als je niet gelooft dat bomen kunnen communiceren, energie hebben, vermoedelijk zelfs kunnen zien, moet je de redenaties van Wohlleben er maar eens op naslaan.
Ik was al eerder geïnteresseerd geraakt in de kennis van zaken van Wohlleben. Hij omschreef hoe de terugkeer van de wolf Yellow Stone Park weer terug naar natuurlijk had gekregen. Wolven zijn namelijk natuurlijke vijanden van de eland. Zonder wolf kan dat dier zich enorm uitbreiden. Met wolf wordt dat beperkt. En aangezien elanden jonge boompjes eten krijg je zonder wolf kaalslag, waardoor watergangen niet meer meanderen, maar recht door stromen. Wolf terug in het park > minder elanden > meer bomen > meer meanderen > meer natuur. Zo simpel is dat.
Zo simpel is ook de consequentie van bos uitdunnen. Je krijgt dan open plekken waar volgens de gangbare redenatie andere bomen meer ruimte krijgen. Maar tegelijk wordt het op die plek ook warmer, wat effect heeft op bacteriën en schimmels. En dat heeft minstens zoveel effect op het bos. Wohlleben: dat uitdunnen is niet voor het bos, maar voor houtvesters die er geld mee verdienen.
De geheime band die we met bossen hebben gaat veel verder dan dat ze de longen van de aarde zijn. Ze organiseren ook onze stilte, momenten van herbezinning. In Japan is boswandelen al opgenomen in het ziektekostenpakket! Mensen in een straat met bomen, zijn gemiddeld gezonder.
Ik vond in het boek vooral de zintuigelijke kant van bomen interessant. Dat ze communiceren met elkaar via hun wortelstelsel, dat ze aantoonbaar pijn kunnen registreren, dat ze elektrisch geladen zijn, dat ze met hun bladeren een soort van kunnen zien. Het roept ook de vraag op wat vegetariërs overblijft te eten. Wohlleben beantwoordt die vraag zonder rechtstreeks antwoord te geven. Het is wat hem betreft net als met vlees eten: je hebt eerst de feiten. Wat je daarna kiest een ethische keus.
Ik destilleer daaruit mijn eigen antwoord: de natuur is ook eten en gegeten worden. De mens buiten beschouwing latend, handelt alles in de natuur met respect voor elkaar. Geen overdaad, geen gevangenschap, geen verdelging. Binnen die kaders kun je als mens gewoon meedoen aan die natuur.